Vóór 1995 moest men naar Provinciale Staten om de bebouwde komgrenzen te kunnen wijzigen. Dit zit ook nog in veel hoofden. Maar de procedure is gelukkig een stuk eenvoudiger geworden. CROW heeft er een mooi boekje (publicatie 135) overgemaakt die ook ingaat op de richtlijnen wanneer het verantwoord is om een komgrens in te stellen en de vormgeving van een komgrens is. Hieronder volgt een beschrijving van de wettelijke procedure.
In de Wegenverkeerswet staat in artikel 20a:
1 De grenzen van de bebouwde kom of kommen van een gemeente worden vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad.
2 Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels inzake de vaststelling van bebouwde kommen vastgesteld.
De ‘Algemene maatregel van bestuur’ waarnaar verwezen wordt is Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW). Daar staat in hoofdstuk III. Vaststelling bebouwde kom, Artikel 48:
Bij de vaststelling van de grenzen van de bebouwde kom of kommen als bedoeld in artikel 20a van de wet, zijn de artikelen 23 en 24 van overeenkomstige toepassing.
Artikelen 23 en 24 gaan over de procedure die ook voor verkeersbesluiten gelden:
Artikel 23
Het openbaar lichaam dat het beheer heeft over de weg of, indien geen openbaar lichaam het beheer heeft, de eigenaar van de weg wordt met betrekking tot verkeersbesluiten gehoord.
Artikel 24
Verkeersbesluiten worden genomen na overleg met:
a.de korpschef,
b.de commandant van de Koninklijke marechaussee, indien de taak ten aanzien van het verkeer mede wordt vervuld op een luchtvaartterrein als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder c, van de Politiewet 2012.
De praktische toepassing van de regelgeving rond het vaststellen van bebouwde komgrenzen draait vooral om het waarborgen van verkeersveiligheid en het bieden van duidelijkheid voor weggebruikers. Hier zijn een aantal belangrijke punten van hoe deze regelgeving in de praktijk wordt toegepast:
1. Procedure voor het vaststellen van bebouwde komgrenzen
- Besluit van de gemeenteraad: De vaststelling van een nieuwe bebouwde kom of het wijzigen van de bestaande grenzen wordt gedaan door de gemeenteraad. Dit besluit wordt genomen in samenspraak met belanghebbende instanties zoals de wegbeheerder en de politie (zoals voorgeschreven in artikelen 23 en 24 van het BABW).
- Overleg en advisering: Voorafgaand aan het besluit wordt advies ingewonnen bij de korpschef van de politie, en indien van toepassing, bij de Koninklijke Marechaussee voor specifieke locaties (bijvoorbeeld luchtvaartterreinen). De wegbeheerder wordt ook betrokken om te zorgen dat de wegbeheer- en veiligheidsbelangen gewaarborgd worden.
2. CROW-richtlijnen (Publicatie 135)
- Wanneer is het verantwoord een komgrens in te stellen? CROW geeft richtlijnen over de situaties waarin het gewenst of noodzakelijk is om een bebouwde komgrens vast te stellen. Dit gaat bijvoorbeeld om het beschermen van bewoners tegen hoge snelheden, het markeren van de overgang van een landelijke naar een stedelijke omgeving, en het waarborgen van een veilige verkeerssituatie, vooral voor kwetsbare weggebruikers zoals fietsers en voetgangers.
- Verkeersveiligheid en snelheidsbeperkingen: Binnen de bebouwde kom gelden doorgaans lagere snelheidslimieten (meestal 50 km/h of 30 km/h in woonwijken). Het vaststellen van de bebouwde komgrens zorgt ervoor dat deze beperkingen duidelijk worden aangegeven en gehandhaafd.
- Fysieke inrichting: De vormgeving van de bebouwde komgrens wordt meestal versterkt door fysieke maatregelen, zoals verkeersborden, wegmarkeringen, en soms fysieke infrastructuur zoals verkeersdrempels of versmallingen om de snelheid te reduceren. Dit helpt weggebruikers om te beseffen dat ze een gebied binnenrijden waar andere regels gelden, zoals lagere snelheden en extra aandacht voor overstekende voetgangers of fietsers.
3. Betrokken partijen en belangen
- Gemeente: De gemeente speelt een centrale rol in het besluitvormingsproces en zorgt ervoor dat het proces volgens de wettelijke voorschriften verloopt. De gemeenteraad moet verschillende belangen tegen elkaar afwegen, waaronder de belangen van bewoners, verkeersveiligheid, en economische belangen (zoals de bereikbaarheid van bedrijven).
- Politie: De politie heeft een adviserende rol, vooral vanuit het oogpunt van handhaving en verkeersveiligheid. De korpschef geeft advies over de haalbaarheid van het handhaven van de snelheidslimieten en andere verkeersregels binnen de bebouwde kom.
- Wegbeheerder: De wegbeheerder is verantwoordelijk voor het onderhoud en de inrichting van de wegen. Bij het vaststellen van de komgrens wordt bijvoorbeeld rekening gehouden met hoe de weg moet worden ingericht om veilig verkeer te waarborgen.
4. Criteria voor het vaststellen van de grens
- Verkeersintensiteit en omgeving: De grens van een bebouwde kom wordt vaak vastgesteld waar een duidelijke overgang is van een landelijke naar een stedelijke omgeving. Dit kan zijn waar bebouwing begint of waar de verkeersintensiteit toeneemt door lokaal verkeer.
- Behoefte aan snelheidsbeperking: Als de snelheid van het verkeer binnen een gebied omlaag moet om de veiligheid van bewoners en weggebruikers te waarborgen, kan dat een reden zijn om de komgrens te verschuiven.
- Toekomstige plannen: De gemeente houdt vaak ook rekening met geplande ontwikkelingen, zoals nieuwbouwwijken of bedrijventerreinen, die in de nabije toekomst bebouwde komgebieden kunnen worden. De komgrens kan dus proactief worden aangepast.
5. Borden en signalering
Het gebruik van verkeersborden speelt een essentiële rol in het aangeven van de bebouwde kom. In Nederland zijn borden H1 (begin bebouwde kom) en H2 (einde bebouwde kom) verplicht. Deze borden geven niet alleen aan dat de verkeersregels binnen de bebouwde kom gelden, maar hebben ook een psychologisch effect op weggebruikers, waardoor ze zich meer bewust worden van de omgeving en hun snelheid.
6. Aanpassingen en evaluaties
Gemeenten kunnen de grenzen van de bebouwde kom wijzigen op basis van veranderingen in de verkeerssituatie, nieuwe bouwprojecten of als gevolg van verkeersveiligheidsmaatregelen. Er zijn procedures om deze grenzen aan te passen, waarbij opnieuw de wegbeheerder, politie en belanghebbenden geraadpleegd worden.
Conclusie
In de praktijk betekent het vaststellen van een bebouwde komgrens niet alleen het zetten van een juridisch kader, maar vooral het waarborgen van de verkeersveiligheid en het creëren van een leefbare omgeving. De richtlijnen van CROW bieden duidelijke handvatten over wanneer het verantwoord is om een komgrens te plaatsen, en hoe deze het beste vorm kan krijgen. Daarbij is het belangrijk dat alle betrokken partijen goed samenwerken om ervoor te zorgen dat de komgrens aansluit bij de lokale situatie en het doel van veilig verkeer en een prettige leefomgeving dient.